Mitralisklep insufficiëntie

Mitralisklep insufficiëntie

Wat is het?

 

Deze aandoening zien we vrij frequent bij honden.

Het wordt veroorzaakt door slijtage van de kleppen tussen de linkervoorkamer en de linker kamer.

 

Sommige rassen zijn gevoeliger voor deze aandoening. Een ras waarbij mitralisklepinsufficiëntie vaak voorkomt is de cavalier king charles.

 

Wat zijn de symptomen?

 

Vaak zijn er in een eerste fase geen symptomen en wordt de aandoening toevallig vastgesteld tijdens een onderzoek bij de dierenarts. Het horen van een hartruis is de aanleiding om verder onderzoek te doen.

 

In verdere stadia krijgt de hond wel klachten:

 

  • Verminderde uithouding
  • Hoesten
  • Benauwdheid
  • Sneller en vaker hijgen
  • Vochtontwikkeling  in de buik

 

 

 

Hoe stellen we de diagnose?

 

 

Klinisch onderzoek: de sterkte van het hartruis en de ademhalingsfrequentie geven ons al een idee  van de ernst van de aandoening.

 

Echografie: door echografie kunnen we exact bepalen in welke fase het hartprobleem zich situeert. We kunnen de hartkleppen goed in beeld brengen en zien hoe de bloedstroom gaat. Dit wordt gedaan door een specialist echografie. 

 

Radiografie: is erg belangrijk voor de monitoring van de ziekte. Op RX kunnen we zien hoe groot het hart is en eventueel of er vocht in de longen aanwezig is.

 

 

Hoe kunnen we behandelen?

 

We kunnen de hartkleppen niet herstellen of vervangen.  Er bestaat wel medicatie die de levensduur en -kwaliteit van de hond aanzienlijk kan verbeteren.

Het is belangrijk dat u daarin het advies van de dierenarts volgt.

 

Eenmaal gestart met medicatie moet deze levenslanggegeven worden en is het ook de bedoeling dat de hond goed en regelmatig opgevolgd wordt.

 

 

Wat is de prognose?

 

Veel honden met mitralisklep insufficiëntie kunnen toch nog lange tijd op een comfortabele manier verder leven.

 

Het hangt ook af van in welk stadium de aandoening wordt gediagnosticeerd en behandeld wordt.

 

Een hond die reeds een hartruis heeft maar nog geen symptomen heeft, heeft een betere prognose dan een hond die in acuut hartfalen bij ons binnenkomt.

 

Daarom onderstrepen wij ook de jaarlijkse controle voor het vroeg opsporen van dit hartprobleem, alsook het regelmatig opvolgen van hartpatiënten.